Er zijn veel variabelen die in een DCC decoder aangepast kunnen worden.
Door het aanpassen van deze variabelen kan de decoder geheel afgestemd worden voor een model of bepalen hoe of waarop een decoder moet reageren.
Elke fabrikant is vrij om te bepalen welke variabelen zijn in te stellen door de gebruiker.
Deze variabelen worden opgeslagen in een speciaal stukje geheugen van de decoder en worden configuratie variabelen genoemd, ofwel CV.
Een aantal CV's ligt echter vast en zijn voor alle fabrikanten hetzelfde en hebben dezelfde locatie en betekenis.
Zo vinden we bijvoorbeeld in CV1 altijd het adres van de decoder terug, ongeacht het fabrikaat van de decoder.
De programmering van de CV's vindt in de meeste gevallen vanuit de centrale plaats en kan op verschillende manieren worden uitgevoerd zoals de direct, register, paged of PoM methode.
De methode waarop geprogrammeerd gaat worden moet wel ondersteund worden door de decoder en kan per fabrikant verschillen.
Hierop dient de handleiding van de decoder geraadpleegd te worden.
Er zijn bepaalde CV's die soms wat moeilijk te programmeren zijn omdat er de CV waarde eerst "uitgerekend" moet worden.
De volgende CV's liggen vast voor de meeste locomotief en functie decoders en sommige CV's kun je door de gewenste waarde in te vullen de uiteindelijke CV's laten uitrekenen:
Voor een complete beschrijving van alle CV's zie de desbertefende handleiding van de fabrikant of het RP.9.2.2 document van de NMRA.